"Dokter?"
"Ja, mijnheer Eamel?"
"Dokter, u moet me helpen! Ik voel me de laatste tijd zo euh.. bekeken.."
"Bekeken, mijnheer Eamel?"
"Ja, dokter. Bekeken. En dan met name euh.. tijdens 't tv kijken, dokter.."
"(..). Nog euh.. andere opvallende zaken, mijnheer Eamel?"
"Wel euh.. nu u er toch over begint: inderdaad. Zo nu en dan is 't of word ik euh.. aangeraakt. Of iets me wat wil zeggen… Beangstigend, dokter!"
"Heer Eamel?"
"Ja, dokter?"
"Wellicht iets vroeger naar bed, misschien?"
"O. Da's misschien wel een goed idee, dokter…"
(..)
"Euh.. dokter?"
(Hoorbare zucht). "Ja, mijnheer Eamel?"
"Ik ben bang dat ik dan een ander probleem heb, dokter… ".