Een willekeurig zondag.
Family dinner. Broer, broer, Deit, Mem en ondergetekende aan de eettafel.
Het gesprek van de dag gaat nergens over. En tussen de gewoonlijke discussies om wordt de stamppot vredig naar binnen gewerkt.
Totdat Deit (=vader), hardhorend én slechtziend, ineens hardop roept;
Stilte.
Niemand beweegt.
Kijken naar Deit.
Deit eet.
Kijken naar elkaar.
Om vervolgens schouderophalend verder te eten.
Zonder ook maar één woord te zeggen.
Die Deit.