Jan en Arend, beide nog een klein aantal maanden verwijderd van hun al-dan-niet-vrijwillige pensionering, zijn bodes bij Justitie.
Ze flutteren gezamelijk, als genuine Statler & Waldorf look-a-likes, dagelijks vrolijk tussen de diverse gevangenislocaties binnen de regio Rijnmond; envelopje hier, pakketje daar.
Er is zelfs sprake van rolverdeling; Jan is de chauffeur en Arend mag kaartlezen. Andersom zou niet gaan; Jan, enigszins dyslectisch, heeft een hekel aan kaartlezen en Arend kan niet autorijden. Helaas is de laatste ook niet erg bedreven in lezen en dan met name kaart; regelmatig komt het voor dat men in Zuid moet zijn maar in Noord verdwaalt.
Jan's zoon, niet de beroerdste en zeer betrokken bij het wel en wee van pa, geeft hem een TomTom.
Jan, helemaal in de wolken met zo'n wonderschoon stukje techniek, besluit gelijk de volgende dag de daad bij het woord te voegen en het duurt niet lang of de zwoele stem van de blikken dame schelt door de auto en brengt beide mannen alras in hogere sferen.
Arend, erg bedreven met Annie's gevoelige knopjes (TomTom=AnnieAnnie, vanwege haar treffende verbale gelijkenis met de kantinejuffrouw al gauw zo gedoopt door de senioren) toetst handig de start- en eindbestemming in en weldra is men op weg.
Na verloop van tijd echter begint de mannen iets op te vallen. Telkens, op volstrekt willekeurige momenten, galt Annie er een ietwat bevreemdende opmerking uit:"U rijdt te snel!, U rijdt te snel!".
Jan kijkt naar Arend. Arend kijkt terug.
"Te snel?" vraag Arend. "Wat nou te snel?" gooit Jan er nog maar es op z'n Rotterdams uit;"Ik rijd vijftig! Wat mag!"
"U rijdt te snel! U rijdt te snel!" blurt Annie.
Arend, vertwijfeld, vraagt zich af of 't helpt als hij tegen Annie begint te praten. Hij buigt voorover en vraagt de GPS:"Wat bedoel je, Annie?"
"U rijdt te snel! U rijdt te snel!"
Jan, normaliter niet voor één gat te vangen, mompelt hardop: "Zie je wel! Teringjong! Ik wist dat er iets mis mee zou zijn! Ik wist 't! Voor niks gaat de zon op… " en hij legt Annie hardhandig het zwijgen op.
's Avonds aan de eettafel.
"Zoon?"
"Ja, pa?"
"Die TomTom, hè?" "Ja, pa; gaaf, hè!"
"Nee jong. Dat ding is stuk. Naar de tering."
"Hoezo, pa? Je weet toch dat ik alleen 't beste met je voor heb? Dat ik je geen defecte apparaten geef? Nou ja, op die boormachine na, dan. Maar dat was een koopje.. "
"Zoon, hij is kapot! Luister nou es naar je ouwe pa. 't Kolereding roept voortdurend dat ik te snel rijd! Terwijl ik me toch keurig aan de maximum snelheid houdt!"
En even blijft 't stil.
"Pa?"
"Ja, jongen?"
"Waar zei 'ze' dat? Dat van die snelheid?"
"Hoe bedoel je, jongen; waar?"
"Zoals ik 't zeg, pa; waar? Was je bijvoorbeeld toevallig in de buurt van een euh.. fietspad?"
Jan, starend naar 't zielige hoopje boerenkool op z'n bord; "Ja. De tering. Nu je 't zegt. 't Was steeds als ik langs een fietspad reed!"
"Pa, die TomTom; die heb ik overgenomen van een pizzakoerier. Hij gebruikte 'm op z'n scootertje."
"Oh…"
Nu misschien niet leuk maar gister hartelijk om gelachen.
– Geplaatst in het kader van 'Waar gebeurd'- 😂