Ik heb de link zo goed nooit kunnen leggen; die tussen sterke drank en weduwes. Maar je ziet het vaker: de man van Frou Visser ging dood en bam!, er was een jenever geboren.
Zo ook mevrouw van den Eelaart. Haar vent ging dood -misschien wel aan een levercirrose, dat vertelt het verhaal niet- en prompt prijkt zijn haar achternaam op een oud-Hollands etiket. 'Weduwe A. van den Eelaart; voor een gezellige avond'.
Enfin. Vaak zijn ze Fries, die weduwes en hun beerenburg. Onlosmakelijk verbonden.
Zo had je daar natuurlijk ene meneer en mevrouw Joustra.
Meneer Joustra lag op een dag dood in bed en prompt ging de telefoon: de beerenburgfabrikant.
Fabrikant: "Frou Joustra? No jo man dea is meie wij jo wat freegje?"*
Frou Joustra: "Beerenburg?"*
Fabrikant: "Hoe witte jo dat?"*
Frou Joustra: "No ja, doe Jan dea nest it bed lei tocht ik; beerenburg. Wat skoot it?"*
Zoiets.
En nu, zoveel jaar later, is weduwe Joustra zelf op audiëntie bij de Here maar er is geen beerenburgfabrikant die er naar kraait.
Zelfs niet nadat weduwe Joustra was hertrouwd en de nieuwe meneer Joustra die Popma heette, achterbleef. Want ja; Weduwnaar Popma, zoiets drink je niet.
Friezen zijn geen mietjes, natuurlijk.
Dat die laatste zin nergens op slaat maakt 't allemaal net iets triester.
*Vrij vertaald:
Fabrikant: "Mevrouw Joustra? Nu uw man dood is, mogen wij u iets vragen?"
Mevrouw Joustra: "Beerenburg?"
Fabrikant: "Hoe weet u dat?"
Mevrouw Joustra: "Nou ja, toen Jan dood naast het bed lag dacht ik; beerenburg. Wat schuift het?"
**Moest! = Proost!