Dag, Gebit. Het was fijn, bedankt, tot ziens…


 

En toen was het zover. Afgelopen maandag.

Na jaren lijdzaam ontkennen kon ik niet anders dan afscheid nemen van datgene wat ik al vijf- en veertig jaar en een paar dagen met me meedraag; mijn tanden. Althans; wat ervan over was. Het gíng gewoon niet meer.

Was ik al erfelijk belast met een werkelijk hondsberoerd gebit (en bedankt, Deit), droeg ik ook nog een andere molensteen met mij mee; die van een échte allergie voor tandenborstels en tandpasta (als kind heb ik hysterische momenten veroorzaakt beleefd. Sorry, Mem).

Tel daarbij op een rijke historie aan plots verdwijnende tandartsen, chronische onderverzekeringen, ontoereikende budgetten en zie daar: mijn eigen dentale Waterloo.

Vanuit een seniorenperspectief bekeken ben ik nog betrekkelijk jong.

En omdat alles, inclusief mijn gemoedsrust, nu na al die jaren enigszins op orde lijkt te zijn, was het niet meer dan billijk (vooral naar mezelf maar ook naar hen die ik wel eens een glimlach pleeg toe te werpen) om nu de laatste barrière te nemen tot de vervolmaking van deze Goddelijkheid, welke de naam Eamel draagt. #ahum

Anyway. En dus zat ik daar, afgelopen maandag. In die stoel die ik jarenlang vermeden had. Een tandarts, half mijn leeftijd, en bijzonder lieftallige assistente naast hem.

"Doet u uw mond maar eventjes open. Iets meer. Gaan we de boel even verdoven."

Ik was als verlamd. Niet eens gespannen meer. Geen zweethandjes, niks. Ik was er gewoon niet. En daar ging de eerste spuit. En de tweede. 
Tot vier, vijf keer toe.

 

En het duurde niet lang voordat ik mijn onderlip voelde zakken tot op mijn knieschijven. Onbeholpen mocht ik spoelen maar dat ging niet. Het water stroomde zo mijn overhemd in. "Spuugt u dan maar gewoon uit, hoor." zei de tandarts. En dat deed ik; zó over de vloer.

Ja, sorry hoor.

Hoewel ik gevoelsmatig minstens een uur in die stoel gezeten heb duurde de klus niet lang. Hooguit veertig minuten of zo. Tenminste, dat zei de tandarts.

Niet alleen mijn rottende left-overs werden er met een opvallende routine uitgejast. Nee, ook enkele laatste gezonde tanden kwamen aan een voortijdig einde. Uiteraard brak er nog eentje af maar, tot twee keer toe, maar daar heb ik niks van meegekregen. Helemaal waus

Ik mocht naar huis.

Eigenlijk heel opgelucht. De verdoving werkte kennelijk nog op volle toeren want ik dacht nog: als dit alles is, waarom heb ik het dan niet eerder gedaan? Hoe fout kon ik 't hebben…

Na enkele uren ging het mis; ik kreeg koorts, opgezette klieren, pijnlijk gums en .. hongerrr. Het bloeden wilde maar niet stoppen hoewel Twitter en Wiki elk aangaven dat dat hooguit een uurtje. Ja, ja. 

Om een lang verhaal nog korter te maken; niet veel later na dit avontuur was ik in het bezit van een niet van echt te onderscheiden implantaat, onder én boven, muurvast, alsof het er altijd gezeten had. En al wat ik me af kon vragen was: waarom heb ik dit niet eerder gedaan?

Niet lang daarna zette ik 'mijn' tanden in een BigMac, na minstens dertig jaar.

Toch wel een hoogtepuntje in mijn leven.

 

Subscribe
Notify of
guest
0 Reaksjes
Oldest
Newest Most Voted
Inline Feedbacks
View all comments