Dit is ei-gen-lijk een vlo-g.
Een vlo-g is een plo-g
maar dan met be-we-gen-de plaat-jes.
Om-dat ik maar één vlo-g heb, noem ik 'm pl0-g.
Lo-gisch, hè?
Hier deed ik test-en.
Om te kij-ken of het werkt-e.
En het werkt-e.
En hier deed ik weg rij-den.
Met de au-to want Am-ster-dam is
best wel ver als je dat stuk moet
lo-pen.
On-der-weg zag ik een truck.
Dat weet ik want dat stond er-op:
Sca-nia truck.
Dus.
En toen zat ik in-eens
in de tram.
Da's een trei-n maar dan in de sta-d.
Er rij-den best wel veel
trei-nen in Am-ster-dam.
Raar, hoor.
Hier rij-den we voor-ruit.
Grap-pig, hè?
Dit is de voor-kant
van de fo-to hier-bo-ven.
We rij-den dus voor-ruit
maar achter-ruit van-uit het
per-spek-tief van bo-ven.
Ha, ha.
Dit is een straat.
Hij heet 'De Zee-dijk'.
Vroe-ger kon je hier sek-sen
voor cen-tjes en dru-ks.
Nu al-leen voor pi-zza
en swar-ma.
Lek-ker, hor.
In de ver-te zie je het sta-tion.
Daar ko-men de gro-te trei-nen sa-men.
Ook zie je veel Chi-nees-jes en Dui-tsers.
De Chi-nees-jes zijn nieuw,
de Dui-tsers zijn nooit weg-ge-gaan.
Dit is Ca-sa-bla-nca.
(Ik moe-st daar zijn voor een ge-heim pro-ject.
Hoe ge-heim kan ik niet zeg-gen want ook dat is ge-heim)
Dat is een bar met een thea-ter-tje er-bo-ven.
Daar doen men-sen soms kunstjes
of dan-sen man-nen in een jurk.
Die me-neer daar is Max
maar die draagt geen jurk-en,
voor zo-ver ik weet.
Ook dit is Ca-sa-blan-ca.
Als je gaat trou-wen of schei-den
kun je dat hier vie-ren.
Ge-zel-lig, hè?
Dit is ook Ca-sa-blan-ca!
Maar dan bij-na onder N-A-P.
Dat zeg je als iet-s on-der wa-ter staat
maar niet echt.
Snap je?
Dit is op Max z'n dak.
Daar zie je een to-ren.
En als je goed kijkt
kun je sek-sen-de men-sen zien
in huis.
Pri-va-cy kent men niet
in de gro-te stad.
Am-ster-dam is net in-ter-net.
Max en ik in de tram.
On-der-weg naar huis.
Het was ge-zel-lig druk in de tram.
Men-sen vinden het fijn als je hen on-ge-vraagd filmt.
Dat kan al-leen in Am-ster-dam.
In Oud-Bei-jer-land ros-sen
ze je daar-voor al-leen al
op je bek.
Ik 💘 van Am-ster-dam.
In de au-to.
Op de snel-weg.
Met ge-vaar voor ei-gen le-ven en dat
van an-der-en heb ik de-ze af-ge-dru-kt.
Want hoe wee-t je an-der-s dat ik
vei-lig thui-s ge-ko-men ben?
Pre-cies.
THUI-S!!1
Niet dat ik in een tun-nel woon
maar ik ga na-tuur-lijk
niet la-ten zien waar ik woon.
Ook ik heb rech-t op pri-va-cy.
Het was een fij-ne dag!
Be-dank-t, Max!
Tot de vol-gen-de keer!
Heb je op deze wereldreis ook het Rijkmeisje ontmoet?
Of woont dat meisje in het Rijks waar je net niet bent geweest.
Vrolijke groet,