Omdat vakantie (nog steeds) niet –ja zeg, ik leg 't niet wéér uit 😅– tot de mogelijkheden behoort, zijn mevrouw en ik genoodzaakt onszelf op een andere, bescheidener manier te vermaken. Een soort mini-vakantie, zeg maar, van een paar uur.
Nou is zelfs de constructie 'mini-vakantie' ietwat grotesk in de navolgende context maar het gaat om het idee. Bij gebrek aan een authentieke 'All-Inclusive' leek het mevrouw bijvoorbeeld interessant om Strijensas te bezoeken, een te verwaarlozen dorp met idem natuurgebiedje, hier niet zo ver vandaan.
Ik kende 't niet, ik ken sowieso erg weinig op dit eiland behalve de Ouwe Tol en een enkele supermarkt. Strijen ("Strien") ken ik dan wel maar die heeft geen sas.
Hoe het ook zij. Het was aangenaam namiddagzomerweer, de hondenkinderen in een opperbeste stemming want wandelen zonder riem, ikzelf nog een restje energie en tenslotte een buitengewoon opgewekte Monie, die allang blij was dat we in het resterende deel van haar vakantie toch nog even die vier deprimerende gipsmuren kon verruilen voor gras, water, en een verdwaald industrieterrein.
Wat wil een mens nog meer?
Nah ja, een échte vakantie zou fijn zijn maar dat staat wellicht nog in de sterren geschreven.
Tot die tijd doen we het wel met gras, water en verdwaalde landschapsvervuiling.
Je moet tenslotte zelf de slingers ophangen. 🎉