Bijna twaalf jaar* geleden kwam ik in dienst van het Huis van Bewaring de Noordsingel te Rotterdam. Als ICT-ert. Mijn lekkerste werkplek ooit. Het Warme Bad. Zoiets.
Want waar sommige inrichtingen moeite hebben met het hoog houden van het moreel ging dat in de Singel als vanzelf: men was "familia".
In die tijd kreeg ik een bijzonder contact met Cor en Willem (nee; niet die twee), huismeesters van de Singel.
Ik werd, als [tooltip title="Info" content="Fries, woonachtig buiten Friesland" type="info" ]Fries-om-utens[/tooltip] buitengemeen amicaal door hen ontvangen en betreurde het zeer dat ik later door een reorganisatie het pand definitief moest verlaten.
Deze verstandhouding was niet alleen gestoeld op een wederzijdse, collegiale sympathie maar ook één '[tooltip title="Info" content="benefits the ~voordelen (de ~), baten (de ~), heilen (znw.)" type="info" ]with benefits[/tooltip]'. Wij régelden dingen voor elkaar. Dat deed je gewoon.
Zo kreeg ik in de eerste weken, nadat ik één van hen had voorzien van een computer-gerelateerd adviesje, een enorme doos met rollen blauwe vuilniszakken kado. Niet van die lullige Wibrazakjes maar van die grote, industriële exemplaren. Je kon er -bij wijze van spreken- je hele huis in kwijt. Met ruimte voor een kleine schuur.
Enòrm blij mee, destijds.
We zijn nu bijna twaalf jaar later. Afgelopen week heb ik de laatste zak gebruikt. Uit die doos. En dàt in een tijd waarin ik, nét als toen, op een cruciaal punt in mijn carrière sta.
En ineens zag ik 't; daar moest een bruggetje in zitten. Een symboliek. Een metafoor.
Het samenvallen van een carrièreswitch met die laatste, grote blauwe industriële zak, uit het jaar 2000.
Nu alleen nog even uitvinden wélke…