"Beste Eamel, mede gelet op onze mailwisseling en de energie die het kost nodig ik je uit voor een gesprek. Verder wil ik je met ingang van komende maandag op de 2e lijn intern gaan inzetten. 13 april 2007 is de laatste werkdag van onze externe collega *********. Vanaf maandag 16 april vervang jij hem op deze werkplek. Omdat er toch enig verschil is tussen de interne werkzaamheden en die in de buitendienst zal hij je tot de 13e april de interne materie inwerken op het *********. Ik verzoek je a.s. vrijdag de dienstauto en toebehoren (sleutels, boekje, tankpas e.d.) mij te overhandigen…" |
Net in de week dat m'n nieuwste leidinggevende zich hartstochtelijk van zijn taak kwijt en besloten heeft om mij, na zes- en een half jaar trouwe buitendienst, volledig onvrijwillig naar een kantoorbaan te degraderen, komt mij het nieuws ter ore dat de plek, waar het allemaal voor mij begon, wel eens tot een vroegtijdige sluiting gedwongen zou kunnen worden.
Ik kom er, zoals gezegd, al járen.
Heb er van alles mee mogen maken; van 'een warm bad' in het begin naar een strikt ambtelijke organisatie, van hoogte- en dieptepunten, van collegiale hilariteit tot kille, digitale observaties van het al dan niet vrijwillig verscheiden van gedetineerden.
Roerige maar leerzame jaren.
En derhalve door mij beschouwd als mijn tweede huis, mijn familie. Na maandag is dat niet meer. Dan bevindt ondergetekende zich op de twaalfde verdieping aan een kil bureau in een kil Rijswijks kantoorpand, vijf dagen per week, acht- plus vier uur reistijd per dag.
Het zal niet meevallen; conformeren blijkt een kunst die ik nauwelijks onder de knie heb. Verloren van de vervloekte bureaucratie. ;-(
Maar stilletjes voelt het of zij meeleeft. Solidair is. En met mijn vertrek haar hoofd laat hangen. Strijdend ten onder. Ik zal haar missen.
Zo. Nu eerst maar 'ns solliciteren…
(Ik laat U achter met reeds eerder gebruikte nabeelden van haar; The Grand Old Lady, welke onlangs op miraculeuze wijze wederom het licht mochten zien nadat deze als verloren werden beschouwd.)