kat
Sibbele
Afgelopen donderdagochtend, half acht. Ik arriveer bij mijn werk en zie voor de schuifdeuren een kat zitten. Ik roep driewerf "Poes!" en 't mormel huppelt enthousiast mijn kant op.
U moet weten; mijn werkplek bevindt zich midden in de rimboe, ingeklemd tussen een dubieus park en de industrie van Pernis. Dus 't bevreemdt mij zo'n aandoenlijke haarbal aan te treffen in zo'n sjofele buurt als deze.
Volgens de beveiliging hangt poes al sinds twee dagen rond en weigert de dierenambulance haar op te halen. Ik besluit haar mee te nemen naar huis.
Gisterochtend. Omliggende asiels gebeld alsmede Amivedi, een club poes-opvangende vrijwilligers. Niemand heeft haar als vermist opgegeven. Hoewel 't mij op dat moment aan 't hart gaat (blijf 't een rare uitdrukking vinden) geef ik haar dan maar aan als 'gevonden'. Want visioenen van verdrietige kindjes, etc.
Vandaag.
Naar de dierendokter want wellicht is 't monster voorzien van een chip en kan 't verdrietige kindje verenigd worden met 't zo door haar gekoesterde poesje.
Mijn angst bleek gegrond: Nu Sibbele blijkt Xena (yuk) te heten en haar kattenbak staat ergens in Spijkcity. Au.
En Sibbele zelf?
Die heeft zich gelijk, na het verlaten van de doos, het huis toegeëigend. Het aanrecht, de badkamer- en kledingkasten, de kattenbak, de vensterbank en 't bed.
Ze drinkt uit de kraan en doet keurig haar behoefte bovenop die van de Sybses. Het was even wennen voor die twee maar afgelopen nacht lag men al gedrieën om den eamel heen gevouwen.
Vanmiddag getracht d'r voormalige baasje te bellen maar krijg een voice-mail aan de lijn:"You're call is transfered to a mailbox bla, bla, bla.." En meer en meer rijst bij mij het vermoeden dat Sibbele ordinair gedumpt is.
Verlaten. Weggezet.
Maar het zou maar zo kunnen dat we hier met een typisch gevalletje van wishfull thinking van doen hebben.
Time will tell vrees ik…
Mike
Aaaawww...
Dit gaat over Mike. Mike is een rode kater. Inderdaad; zó ← één. Mike is oud ook. Niemand weet hoe oud. Mike vindt dat niet erg want hij zit daar niet mee. Het beest is hier zo'n anderhalf jaar geleden komen wonen. Ex-vrouwtje van 't baasje vond dat 't baasje dat nodig had; een kat. 't Baasje kon niet achterhalen waarom 't ex-vrouwtje dat nodig achtte maar haar wil geschiedde. Goed. Mike's meest recente residentie is Lisse. Totdat twee soortgenoten besloten Mike's leven zuur te maken. Want ja, je bent jong en je wilt wat. Want wat doe je dan als kleuterpoes? Precies, je pakt de eerste de beste Mike, want zo'n ouwe kat doet toch niks terug. Die ligt. Of loopt hard weg. En dus moest -ie 't huis uit, vond 't voormalige baasje uit Lisse. First in, first out. Wrééd. En dus kwam -ie op Marktplaats terecht onder het mom van 'Ophalen of we laten 'm inslapen'. Aldus op zoek naar een nieuw baasje. Hij werd Beijerlander. Tja, als de keus ligt tussen Beijerland of barsten, dan maar Beijerland. En nu staat 't kreng élke dag om half zeven 's avonds bij de voordeur want meneer wil eten. Geen idee waarom de voordeur. Niet dat er niet genoeg staat, hoor. Dat zekers wel. Maar dat zijn droge brokken. En die vinden we niet zo lekker. Mike wil vlees en daarvan zo veel mogelijk. Dat is: tot het moment dat 't voor z'n neus staat. Dan hoeft -ie niet meer. 😡 Goed. Die rooie houdt ook niet van uitslapers. Zelf slaapt -ie 't liefst de hele dag maar dat gaat natuurlijk niet op voor de rest van 't huis. Die moeten bij voorkeur zo vroeg mogelijk wakker, opdat het weer gevoederd kan worden. Wat het dan vervolgens weer niet doet; eten. Dat wakker maken, daar heeft Mike een foefje voor. Dan gaat -ie óp het baasje liggen. Eenmaal bovenop begint 't pas. Dan gaat uitbundig liggen kwijlen. Hij mag dat, want 't kind is als kitten te vroeg van z'n moeders tepel gerukt. En dat begeleidt -ie dan met een flinke spin. Zo'n geluid van een gemiddelde John Deere trekker. Zo luid dat 't baasje ondanks hardnekkig volharden in het negeren van Mike's mediakabaal toch gedwongen wordt om op te staan. Mike heeft ook haar. En dat verliest -ie 't liefst bij bosjes. Vooral het hele jaar door en op de meest lastige plaatsen. Vervolgens heeft 't mormel nóg een 'leuke' gewoonte ontwikkeld; kijken als 't baasje op de wc zit. Want als die moet poepen, moet Mike toch op z'n minst even kijken of er nog gekwijld kan worden. Baasje heeft toch niks te doen op de wc en kan dan best even Mike aaien. Dus baasje kan zich niet concentreren op 't persen en zo heb je weer een fiks constipatieprobleem. Speak of which: Mike heeft géén constipatie-probleem. Hij kan óók poepen. Vooral véél en nog meer stank. Climax vindt Mike het om toch wel een halve kilo kattenbakgrit de slaapkamer in te smokkelen. Als het ff kan onder het dekbed. En dat… da's mijn Mike in a nutt-shell. UPDATE 8 maart 2006:Dag, Mike! ♥ 😢