Zoals gezegd; ernà kwam het vuurwerk. Simóóóóóne en ik zijn uitgenodigd om mee te varen op de Adriaan, vermoedelijk een particulier 'sleepbootje' waar ons een uitermate warm ontvangst te wachten staat door de kapitein én zijn gezin.
Samen met enkele 'journalisten-collegae' varen we in konvooi de Rijnhaven uit, richting de Erasmusbrug. De schemer valt in en aangename sfeerbeelden worden ons zomaar gratis in de schoot geworpen.
De show van dit jaar ontgaat ons een beetje ("Een musical met boten"); we liggen té ver van het spektakel vandaan. Dichterbij mag niet van de havenautoriteit.
De mensen op het platform bij het voormalig Café Rotterdam hebben daarentegen de tijd van hun leven; alle actie vindt dààr plaats en ook de muziek is er kennelijk beter te horen.
Het deert ons niet; we liggen pàl onder de Zwaan en voelen ons bevoorrecht ten opzichte van het plebs de mensenmassa boven ons. We hebben ons natje en droogje en de hartelijke gastvrouw voorziet ons voortdurend van nieuwe aanvoer.
De nacht treedt in; we schrikken op van het plotselinge vuurwerk. Eerst bescheiden maar naarmate de tijd vordert zwelt het visuele geweld aan.
Dít is waar Rotterdam goed in is; VUURWERK. De ene flair nog mooier dan de andere.
Helaas is het zo snel voorbij als dat het kwam.
Als we enige tijd later naar huis rijden, kunnen we niet anders concluderen dat 't flinke benefits betreft, zo'n perskaartje.
Wat beroepsschreeuwert Bert-ga-es-deaud-Brussen er ook van mag vinden [spiegeltje] …