Drie Everzwijnen waarvan één jong. Een roedel bronstige Damherten op zes (!) meter afstand.
Een Bonte Specht en vier Blauwe Kiekendieven, één Korhoen, zo'n Kemphaan en -uiteraard- een blije Velduil.
Tel daarbij op een setje Kuifleeuwerikken, een zeldzame Tapuit en een hele rits Grauwe Gorzen.
Om maar te zwijgen van de Bekerzwammen, de Groene Knolamanieten en de altijd gezellige Braakrussula.
En dan vergeet ik bijna die horde seksueel actieve, nét meerjarige maar vooral poedelnaakte ornithologe dames, zonder uitzondering maatje 90-60-90, allemaal even gewillig in een ontvankelijke spreidstand, klaar voor reproductie van mijn het menselijke soort.
Dàt heb ik dus allemaal NIET gezien. 😡
Wél een bak regen, heel veul groene bomen, zes onooglijke paddenstoeltjes en één schichtige eekhoorn. Op vijftig meter afstand.
Foto's maken van een herfstig bos is ook niet meer wat het geweest is …